abschwächen (ww):
verzachten(en) mitigate, relieve.
(en) make less severe.
(en) to reduce, lessen, or decrease.
(fr) Rendre moins acide.
(fr) (Sens figuré) (Plus souvent) Tempérer., verzwakken(en) to lessen (something) in force or intensity.
(en) To reduce.
(en) To weaken.
(en) to make weaker.
(pt) Tornar fraco., afnemen(en) to lessen (something) in force or intensity.
(en) To taper., afzwakken(fr) Rendre moins acide.
(fr) (Sens figuré) (Plus souvent) Tempérer., matigen(fr) (Sens figuré) (Plus souvent) Tempérer.
(fr) Rendre moins acide., verminderen(en) to lessen (something) in force or intensity.
(en) To taper., bedaren(en) to lessen (something) in force or intensity., luwen(en) to lessen (something) in force or intensity., milderen(en) make less severe., mitigeren(en) to reduce, lessen, or decrease., temperen(en) make less severe., troosten(en) mitigate, relieve., verdunnen(en) to weaken., verkleinen(en) To taper., verlagen(en) To taper., verlichten(en) make less severe.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com