Vertaling van 'abstürzen' uit het Duits naar het Nederlands

abstürzen (ww):
vastlopen(en) computing: to terminate unexpectedly.
(no) EDB: fryse, slutte å virke.
, defect raken(en) (computer) to stop functioning., hangen(no) EDB: fryse, slutte å virke., instorten(pl) —., kapot gaan(en) (computer) to stop functioning., kelderen(en) to drop swiftly, in a direct manner; to fall quickly., omlaagschieten(en) to drop swiftly, in a direct manner; to fall quickly., stukgaan(en) (computer) to stop functioning., tuimelen(en) to drop swiftly, in a direct manner; to fall quickly.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken