Vertaling van 'anläuten' uit het Duits naar het Nederlands

anläuten (ww):
luiden(de) —.
(de) —.
(de) —.
(de) —.
, bellen(de) —.
(de) —.
, opbellen(de) —.
(en) to contact by telephone.
, aanbellen(de) —., schellen(de) —., telefoneren(de) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken