Vertaling van 'ansammeln' uit het Duits naar het Nederlands

ansammeln (ww):
accumuleren(en) to accumulate.
(fr) Accumuler.
(sv) ackumulera.
, centreren(en) cause to occupy the center., groeien(en) to accumulate., opeenhopen(fr) Accumuler., ophopen(fr) Accumuler., samenvoegen(en) To bring together; to collect into a mass or sum., sparen(ru) собирать впрок, увеличивать имеющееся количество чего-либо., verhogen(en) to accumulate.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken