ansteigen (ww):
groeien(en) become larger.
(fi) tulla suuremmaksi tai vanhemmaksi., opkomen(en) of a quantity, etc: to increase., rijzen(en) of a quantity, etc: to increase., stijgen(en) of a quantity, etc: to increase., toenemen(en) become larger., verhogen(en) become larger., vermeerderen(en) become larger.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com