aufführen (ww):
opvoeren(en) to do something in front of an audience.
(sv) framföra teaterstycke etc..
(sv) agera., duiden(en) to interpret., neerhalen(en) to conduct; to behave; to comport., uitleggen(en) to interpret., vernederen(en) to conduct; to behave; to comport.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com