Vertaling van 'aufschließen' uit het Duits naar het Nederlands

aufschließen (ww):
falen(en) to digest., in tranen uitbarsten(en) to digest., instorten(en) to digest., kapotgaan(en) to digest., ontbinden(en) to digest., ontgrendelen(en) to undo or open a lock., openen(en) to undo or open a lock., overdenken(en) in chemistry: to soften by heat and moisture., stukgaan(en) to digest., uiteenvallen(en) to digest., verteren(en) in chemistry: to soften by heat and moisture.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken