auftragen (ww):
aandragen(de) —., opscheppen(de) —., aanbrengen(en) to apply.
(en) to lay or place., aanleggen(en) to lay or place., besmeren(en) to smear, distribute in a thin layer., bestrijken(en) to smear, distribute in a thin layer., smeren(en) to smear, distribute in a thin layer., uitsmeren(en) to smear, distribute in a thin layer.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com