aufweisen (ww):
wijzen op(de) —.
(de) —., benadrukken(en) ascribe the greatest importance., dragen(en) to wear or display., gelegen(en) to wear or display., laten(en) ascribe the greatest importance., oplichten(en) ascribe the greatest importance., uitgerust zijn met(en) to wear or display., verdragen(en) to wear or display., zijn(en) to wear or display.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com