Vertaling van 'aushalten' uit het Duits naar het Nederlands

aushalten (ww):
verdragen(en) to tolerate, to put up with.
(en) endure without yielding.
(en) to tolerate.
(fr) Souffrir ; endurer..
, ondergaan(en) to tolerate, to put up with.
(en) endure without yielding.
(en) to endure.
, aannemen(en) to support or carry without failing or breaking.
(en) to endure.
, weerstaan(fr) Supporter avec fermeté.
(es) —.
, aanslepen(en) to remain alive or existent., absorberen(en) to endure., afleggen(en) to tolerate, to put up with., bezighouden(en) to endure., consumeren(en) to endure., doorstaan(en) endure without yielding., dragen(en) to tolerate, to put up with., in beslag nemen(en) to endure., in last nemen(en) to endure., in zich opnemen(en) to endure., intrekken(en) to endure., laten doordringen(en) to endure., lijden(fi) kokea tuskaa, ahdistusta., met(en) to tolerate, to put up with., opgebruiken(en) to endure., opnemen(en) to endure., overnemen(en) to endure., torsen(en) to tolerate, to put up with., uitgerust(en) to tolerate, to put up with., uithouden(en) endure without yielding., uitstaan(en) to tolerate., verblijven(en) endure without yielding., verdiepen(en) to endure., verteren(en) to endure., volhouden(en) to hold out., voortduren(en) to continue despite obstacles., wonen(en) endure without yielding., zijn(en) to tolerate, to put up with.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken