Vertaling van 'ausrüsten' uit het Duits naar het Nederlands

ausrüsten (ww):
uitrusten(en) to supply with something necessary in order to carry out a specific action or task.
(fr) Pourvoir un vaisseau.
(en) —.
, toerusten(fr) Pourvoir un vaisseau.

Via: Dbnary en WikiWoordenboeken