Vertaling van 'austragen' uit het Duits naar het Nederlands

austragen (ww):
afmelden(en) to record someone as leaving., beslechten(fr) Terminer, arrêter, fixer par accord ou par jugement., bevatten(en) to organise an event or meeting., uitchecken(en) to record someone as leaving., uitvoeren(en) to execute, perform.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken