beginnen (ww):
beginnen(de) —.
(de) —.
(ca) Fer la primera part d'alguna cosa.
(en) to start.
(en) to begin; to start.
(en) to start, to initiate or take the first step into something.
(en) to begin.
(en) of an activity, to begin.
(fr) (Par analogie) Commencer.
(fi) saada alkunsa.
(fi) ryhtyä.
(lt) pradėti.
(lt) lt.
(it) [[iniziare]].
(pl) —., ingaan(de) —., van start gaan(de) —., aanvangen(en) to begin; to start.
(en) to start, to initiate or take the first step into something.
(en) to begin.
(en) of an activity, to begin.
(en) begin, start.
(fr) (intransitif) Entrer dans son commencement.
(fr) —.
(lt) pradėti.
(it) [[iniziare]]., starten(en) to start.
(en) to begin; to start.
(en) to begin.
(en) of an activity, to begin.
(pl) —., aanbreken(lt) lt.
(it) [[iniziare]]., opschrikken(en) to begin.
(en) of an activity, to begin., aandoen(fr) Commencer., aangaan(fr) (Par analogie) Commencer., aanknopen(fr) (Par analogie) Commencer., aantrekken(fr) Commencer., betrekken(fr) (Par analogie) Commencer., initiëren(en) to begin; to start.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com