blauäugig (bn):
tegen beter weten in(en) lacking experience, wisdom, or judgement., blauwogig(en) having blue eyes., goedgelovig(pl) —., lichtgelovig(no) naiv., naief(no) naiv., naïef(en) lacking experience, wisdom, or judgement., onnozel(no) naiv., te goeder trouw(no) naiv.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com