Vertaling van 'davor' uit het Duits naar het Nederlands

davor (bw):
bij voorbaat(en) at an earlier time., op voorhand(en) at an earlier time., van tevoren(en) at an earlier time., vooraf(en) at an earlier time.

davor (vz):
boven(sv) rum., voor(sv) rum.

davor (Adverb):
daarvoor(de) —.

davor (pronominalAdverb):
daarvoor(de) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken