direkt (bw):
rechtstreeks(en) in a direct manner.
(en) as it happens., dadelijk(pl) —., direct(en) in a direct manner., meteen(pl) —., ogenblikkelijk(pl) —., onmiddellijk(pl) —., rechtuit(en) in a direct manner.
direkt (bn):
direct(en) straight, constant, without interruption., recht voor zijn raap(en) [[straightforward]]; not [[evasive]]., uitgesproken(en) [[straightforward]]; not [[evasive]]., zoals het hoort(en) direct, truthful, frank.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com