elegant (bn):
elegant(de) —.
(en) showing grace.
(en) exhibiting elegance., gracieus(en) showing grace.
(en) exhibiting elegance., sierlijk(en) showing grace.
(en) exhibiting elegance., leuk(en) good, useful., modieus(en) stylish, elegant., nuttig(en) good, useful., stijlvol(en) having elegance or taste or refinement in manners or dress., vlot(en) good, useful.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com