Vertaling van 'erweitern' uit het Duits naar het Nederlands

erweitern (ww):
aanlengen(fr) Élargir, agrandir, augmenter.
(fr) Faire qu’une chose acquière ou plus de surface ou plus de volume.
, uitbreiden(en) to increase in extent.
(en) to cause to increase in extent.
, uitspreiden(fr) Élargir, agrandir, augmenter.
(fr) Faire qu’une chose acquière ou plus de surface ou plus de volume.
, dilateren(en) to enlarge; to make bigger., rekken(en) to be inaccurate by exaggeration., uitzetten(fi) tulla laajemmaksi.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken