Vertaling van 'glänzen' uit het Duits naar het Nederlands

glänzen (ww):
blinken(en) to distinguish oneself.
(en) to reflect light.
(fi) heijastaa kirkasta valoa.
(pl) —.
(pl) —.
, glanzen(en) to reflect light.
(en) to distinguish oneself.
, schijnen(pl) —.
(pl) —.
, schitteren(pl) —.
(pl) —.
, uitblinken(en) to reflect light.
(en) to distinguish oneself.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken