gleichzeitig (bn):
gelijktijdig(de) —.
(en) occurring at the same time.
(pl) —.
(pl) —., simultaan(en) happening at the same time; simultaneous.
(en) occurring at the same time.
(en) —., tegelijk(en) happening at the same time; simultaneous.
(en) —., tegelijkertijd(en) happening at the same time; simultaneous.
(en) —., tegenlijkertijd(ku) hevwext.
(ku) tiştên ku di eynî demê de tên kirin yan diqewimin.
gleichzeitig (bw):
tegelijkertijd(en) at the same time.
(en) occurring at the same time.
(fr) Au même moment.
(sv) på samma gång., tegelijk(en) at the same time.
(en) occurring at the same time.
(sv) på samma gång., gelijktijdig(en) occurring at the same time., ineens(en) at the same time., simultaan(en) occurring at the same time.
gleichzeitig (zn):
simultaan(ja) 同時に(修飾表現)., tegelijkertijd(ja) 同時に(修飾表現).
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com