Vertaling van 'planen' uit het Duits naar het Nederlands

planen (ww):
plannen(en) to make a plan.
(en) to design.
(en) to create a plan for.
(en) to intend.
(en) schedule.
(fi) aikoa tulevaisuudessa.
, ontwerpen(en) use the intellect to plan or design.
(en) to make a plan.
(en) to design.
(en) to create a plan for.
(en) to intend.
, van plan zijn(en) to make a plan.
(en) to design.
(en) to create a plan for.
(en) to intend.
(en) have set as one's purpose; intend.
, bedenken(en) use the intellect to plan or design.
(en) transitive: to conceive.
, bedoelen(sv) ha för avsikt., beramen(en) transitive: to conceive., op(en) schedule., vastleggen(en) schedule., voor(en) schedule., voorzien(en) to make plans for; forecast.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken