Vertaling van 'selbstlos' uit het Duits naar het Nederlands

selbstlos (bn):
altruïstisch(en) regardful of others; beneficent; unselfish., onbaatzuchtig(en) not selfish; selfless; generous; altruistic., onzelfzuchtig(en) not selfish; selfless; generous; altruistic.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken