Vertaling van 'sich ausbreiten' uit het Duits naar het Nederlands

sich ausbreiten (ww):
snel vermenigvuldigen(en) to increase in number or spread., verspreiden(en) to spread out in disorderly fashion., zich uitstrekken(en) to spread out in disorderly fashion., zich vrijblijvend opstellen(en) to form a disorderly sprawl.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken