Vertaling van 'vereinbaren' uit het Duits naar het Nederlands

vereinbaren (ww):
afspreken(de) —.
(fr) Faire un accord, une convention.
(fr) Tomber d’accord.
, overeenkomen(de) —.
(fr) Faire un accord, une convention.
(fr) Tomber d’accord.
, overeenbrengen(de) —., garanderen(en) to specify, promise or guarantee something in an agreement.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken