Vertaling van 'vorbei' uit het Duits naar het Nederlands

vorbei (bn):
voorbij(en) ended.
(fr) Qui a eu lieu.
, afgelopen(fr) Qui a eu lieu., laatstleden(fr) Qui a eu lieu., verdord(fr) Qui a eu lieu., verleden(fr) Qui a eu lieu., verlept(fr) Qui a eu lieu., verschenen(fr) Qui a eu lieu., vervlogen(fr) Qui a eu lieu.

vorbei (bw):
voorbij(en) in a direction that passes.

vorbei (vz):
voorbij(en) passing by.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken