Vertaling van 'zahm' uit het Duits naar het Nederlands

zahm (bn):
tam(de) —.
(en) not wild.
(sv) van att leva med människor (om djur).
(sv) kraftlös, beskedlig (om person).
, mak(de) —., mild(en) gentle; pleasant; kind; soft., zacht(en) gentle; pleasant; kind; soft.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken