Vertaling van 'zerlegen' uit het Duits naar het Nederlands

zerlegen (ww):
afbreken(fr) Découper, diviser., debiteren(fr) Découper, diviser., delen(fr) Découper, diviser., demonteren(fr) Défaire pièce par pièce., omzetten(fr) Découper, diviser., ontleden(en) to analyze an idea in detail by separating it into its parts., ontmantelen(fr) Défaire pièce par pièce., opsplitsen(fr) Découper, diviser., snijden(en) to cut meat., splitsen(fr) Découper, diviser., verdelen(fr) Découper, diviser., verkopen(fr) Découper, diviser.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken