zweifellos (bw):
ongetwijfeld(de) —.
(en) without doubt.
(en) without question.
(lt) lt.
(sv) utan tvivel., zonder twijfel(en) without a doubt.
(en) without question.
(en) without doubt., beslist(en) without doubt, surely., ontegensprekelijk(en) in incontrovertible manner., onweerlegbaar(en) in incontrovertible manner., voorzeker(en) without doubt, surely., waarlijk(en) without doubt, surely., zeker(en) without doubt, surely.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com