Vertaling van 'able' uit het Engels naar het Nederlands

able (bn):
bekwaam(en) —.
(pl) —.
, competent(en) —.
(en) —.
, in staat(en) —.
(pl) —.
, kundig(en) —.
(pl) —.
, in aanmerking komen|komend(en) —., bedreven(en) —., bevoegd(en) —., de(en) —., gerechtigd(en) —., handig(en) —., hebben(en) —., mogelijkheid(en) —., om(en) —., te(en) —., gezond(pl) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken