Vertaling van 'autobus' uit het Engels naar het Nederlands

autobus (zn):
A vehicle carrying many passengers; used for public transport
klein busje, autobus, bus, dubbeldekker, omnibus

Via: Ensyns.nl

autobus (zn):
autobus(en) —., bus(en) —., gruppetto(en) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken