Vertaling van 'autonomous' uit het Engels naar het Nederlands

autonomous (bn):
autonoom(en) —.
(ru) пользующийся, обладающий автономией, суверенностью; самоуправляющийся.
(de) —.
(pl) —.
, onafhankelijk(de) politisch, wirtschaftlich selbstständig.
(pl) —.
, zelfstandig(de) „mit eigenem Stand“, in selbstständiger, unabhängiger Position.
(ru) пользующийся, обладающий автономией, суверенностью; самоуправляющийся.
, zelfredzaam(de) „mit eigenem Stand“, in selbstständiger, unabhängiger Position.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.