bullshit (zn):
bullshit(en) —., gelul(en) —., kletskoek(en) —., lariekoek(en) —., lulkoek(en) —., nonsens(en) —., onzin(en) —., smoes(en) —., zever(en) —., flauwekul(de) dumme, ungereimte Aussage., kwats(de) dumme, ungereimte Aussage., quatsch(de) dumme, ungereimte Aussage.
bullshit (ww):
lullen(en) —., ouwehoeren(en) —.
bullshit (interjection):
onzin(en) —.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com