Vertaling van 'busy' uit het Engels naar het Nederlands

busy (ww):
Keep busy with
bezighouden

Via: Ensyns.nl

busy (bn):
bezig(en) —.
(en) —.
(de) ausgelastet durch (bezahlte) Tätigkeit.
(de) unentwegt tätig, sich mit etwas beschäftigend.
, druk(en) —.
(en) —.

busy (participleAdjective):
bezig(ru) несвободный.

Via: Dbnary en WikiWoordenboeken