Vertaling van 'chief' uit het Engels naar het Nederlands

chief (zn):
A person who exercises control over workers
meesterknecht, onderbaas, opzichter, ploegbaas, voorman

chief (zn):
A person who is in charge
bestuurder, schoolhoofd, rector, directeur, leider, chef, hoofd, ouwe

chief (zn):
The head of a tribe or clan
over smaak valt niet te twisten, iemand de oren van het hoofd kletsen, chief, leider, chef, hoofd, dorpshoofd, opperhoofd, stamhoofd

Via: Ensyns.nl

N.B.: Er zijn geen WikiWoordenboek-resultaten omdat de Dbnary-server niet of niet op tijd heeft geantwoord.