Vertaling van 'complement' uit het Engels naar het Nederlands

complement (zn):
Something added to complete or embellish or make perfect
complement, aanvulling, complementeren

complement (zn):
Either of two parts that mutually complete each other
complement, counterpart, pendant, tegenhanger

Via: Ensyns.nl

complement (ww):
aanvullen(en) —.
(en) —.
(pl) —.
, volmaken(en) —., dempen(es) —., vervolledigen(pl) —.

complement (zn):
complement(en) —., predicatief(fr) Fonction grammaticale qui attribue une qualité ou une propriété au moyen d’un verbe., scheepsvolk(it) personale di bordo.

Via: Dbnary en WikiWoordenboeken