constantly (bw):
bestendig(pl) —.
(pl) —., continu(pl) —.
(pl) —., aanhoudend(it) [[frequentemente]]., aldoor(fr) Sans interruption, de manière continue.., altijd(de) zu jeder Zeit, immer., bij voortduring(fr) Sans interruption, de manière continue.., onophoudelijk(fr) En se répétant continuellement., permanent(fr) Sans interruption, de manière continue.., steeds(de) zu jeder Zeit, immer., voortdurend(fr) Sans interruption, de manière continue..
constantly (vnw):
altijd(pl) —., steeds(pl) —.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com