cool (ww):
Loose heat
afkoelen, koelen
cool (ww):
Lose intensity
bekoelen, luwen, verkillen, verkoelen
cool (ww):
Make cool or cooler
verfrissen, bekoelen, afkoelen, koelen, verkoelen
Via: Ensyns.nl
cool (bn):
stoer(en) —.
(sv) häftig.
(sv) modern.
(sv) som inte visar känslor.
(sv) häftig, spännande., koel(en) —.
(en) —.
(en) —.
(en) —., beheerst(en) —.
(en) —.
(de) beherrscht, gesammelt., kalm(en) —.
(en) —.
(de) beherrscht, gesammelt., cool(en) —.
(pl) —., kil(en) —.
(en) —., koelbloedig(en) —.
(ru) лишённый эмоций, сохраняющий спокойное состояние., rustig(en) —.
(de) beherrscht, gesammelt., aanvaardbaar(en) —., acceptabel(en) —., bedaard(en) —., blits(en) —., fris(en) —., in orde(en) —., lauw(en) —., okee(en) —., onentoesiast(en) —., patabel(en) —., verkoelend(en) —., verkwikkend(en) —., zelfzeker(en) —., gaaf(pl) —., koud(de) eine niedrige Temperatur habend; von/mit niedriger Temperatur., space(pl) —., tof(pl) —., vet(pl) —.
cool (ww):
afkoelen(en) —.
(en) —.
(en) —., verkoelen(en) —.
(en) —.
(en) —., bekoelen(en) —.
(en) —., koelen(en) —.
(en) —.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com