Vertaling van 'fizzle' uit het Engels naar het Nederlands

fizzle (zn):
A complete failure
sisser, afgang, drol, blamage, oneer, schande

fizzle (zn):
A fricative sound (especially as an expression of disapproval)
geschuifel

fizzle (ww):
End weakly
doodlopen, verzanden

Via: Ensyns.nl

fizzle (ww):
snauwen(sv) ge ifrån väsande ljud.
(sv) fnysa.

Via: Dbnary en WikiWoordenboeken