Vertaling van 'frank' uit het Engels naar het Nederlands

frank (zn):
A smooth-textured sausage of minced beef or pork usually smoked; often served on a bread roll
worstje

Via: Ensyns.nl

frank (bn):
eerlijk(en) —.
(pl) —.
, oprecht(en) —.
(pl) —.
, open(en) —., openhartig(en) —., recht(ru) открытый, честный.

frank (ww):
frankeren(en) —.
(de) ein Postwertzeichen auf eine Postsendung kleben.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken