Vertaling van 'gross' uit het Engels naar het Nederlands

gross (zn):
The entire amount of income before any deductions are made
brutoloon, brutosalaris, revenu, revenuen

gross (zn):
Twelve dozen
gros

Via: Ensyns.nl

gross (bn):
bruto(en) —., walgelijk(en) —., akelig(sv) vidrig, som ger avsmak., naar(sv) vidrig, som ger avsmak., ongepolijst(fr) Qui manque d’éducation, de finesse., ruw(fr) Qui manque d’éducation, de finesse.

gross (zn):
gros(en) —.
(ca) Dotze dotzenes.
(ca) Dotze dotzenes.
(fr) Une douzaine de douzaines.
(pt) (doze dúzias).
, bruto(en) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.