ham (zn):
Meat cut from the thigh of a hog (usually smoked)
knieboog, hesp, achterham, ham, schink
ham (ww):
Exaggerate one's acting
met opzet overdrijven, dramatiseren, overacteren, overdrijven
Via: Ensyns.nl
ham (zn):
ham(en) —.
(de) Oberschenkel und Gesäßhälften.
(de) Fleisch der Schenkel von Schlachtvieh.
(fr) Cuisse du porc, cuisinée.
(ja) 食品.
(lt) lt.
(zh) 醃製豬腿.
(sv) grisens bakdel., hesp(en) —.
(fr) Cuisse du porc, cuisinée.
(ja) 食品.
(lt) lt.
(zh) 醃製豬腿., knieboog(en) —.
(fr) Partie du corps humain., radioamateur(en) —., bil(de) vulgär: einer von zwei rundlich hervortretenden Teilen des Gesäßes.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com