Vertaling van 'haunt' uit het Engels naar het Nederlands

haunt (zn):
A frequently visited place
chillen, vakantieoord, geliefkoosde plaats

haunt (ww):
Haunt like a ghost; pursue
rondspoken

haunt (ww):
Follow stealthily or recur constantly and spontaneously to
achtervolgen, spoken

Via: Ensyns.nl

haunt (ww):
beklemmen(en) —.
(fi) tehdä ahdistuneeksi tai masentuneeksi.
, achtervolgen(en) —., rondspoken(en) —., verblijven(en) —., wonen(en) —., bezoeken(ru) систематически ходить куда-либо., spoken(de) als Geist auf Erden wandeln und Unheil verbreiten, als Gespenst erscheinen., waren(de) von Geistern: spuken.

haunt (zn):
trefpunt(en) —., hangplek(el) σημείο συνάντησης.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken