imp (zn):
(folklore) fairies that are somewhat mischievous
kabouter, elf
imp (zn):
One who is playfully mischievous
aap, apekop, apenkop, belhamel, bengel, blaag, boefje, deugniet, doerak, dondersteen, donderstraal, kapoen, kwajongen, lorejas, nietdeug, ondeugd, pagadder, rakker, rekel, schavuit, schobbejak, snotjongen, stouterd, stouterik, vlegel, vlerk
Via: Ensyns.nl
Via: Memodata.com
N.B.: Er zijn geen WikiWoordenboek-resultaten omdat de Dbnary-server niet of niet op tijd heeft geantwoord.