Vertaling van 'majority' uit het Engels naar het Nederlands

majority (zn):
The property resulting from being or relating to the greater in number of two parts; the main part
gros, hoofdmoot, majoriteit, meerderheid, merendeel, overmacht

majority (zn):
(elections) more than half of the votes
meerderheid, volstrekte meerderheid, absolute meerderheid, merendeel

majority (zn):
The age at which persons are considered competent to manage their own affairs
meerderjarigheid, mondigheid

Via: Ensyns.nl

majority (zn):
meerderheid(en) —.
(de) größerer Teil einer feststehenden Gesamtheit.
(fi) yli puolet kokonaisuudesta.
(fi) shakkitilanne.
(lt) lt.
(fr) Groupe plus nombreux.
(sv) mer än hälften.
(pl) —.
, merendeel(en) —.
(de) größerer Teil einer feststehenden Gesamtheit.
(lt) lt.
(fr) Groupe plus nombreux.
, gros(fr) Groupe plus nombreux.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken