Vertaling van 'mar' uit het Engels naar het Nederlands

mar (zn):
The month following February and preceding April
lentemaand, maart

mar (ww):
Make imperfect
bederven, ontluisteren, ontsieren

Via: Ensyns.nl

mar (ww):
beschadigen(en) —., verknoeien(en) —., verpesten(en) —., mismaken(ru) делать уродливым., misvormen(ru) делать уродливым., ontsieren(de) (etwas oder jemanden) unansehnlich, unvorteilhaft erscheinen lassen., verminken(ru) делать уродливым.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken