opposite (zn):
A word that expresses a meaning opposed to the meaning of another word, in which case the two words are antonyms of each other
tegendeel, tegengestelde, tegenovergestelde, antoniem
opposite (zn):
A contestant that you are matched against
opponent, verzet, tegenstand, tegenwerking, tegenpartij, oppositie, oppositiepartij
opposite (zn):
A relation of direct opposition
omgekeerde, tegendeel, tegenovergestelde, tegengestelde, antipode, pool, tegenpool, tegenvoeter
opposite (zn):
Something inverted in sequence or character or effect
tegenovergesteld, omgekeerd
Via: Ensyns.nl
opposite (bn):
tegenoverliggend(en) —.
(ru) расположенный напротив.
(ru) совершенно несходный.
(es) —., tegenovergesteld(en) —.
(ru) расположенный напротив.
(ru) совершенно несходный., tegengesteld(en) —., oneens(pl) —.
(pl) —.
(pl) —., antoniem(ru) расположенный напротив.
(ru) совершенно несходный., contrair(ru) расположенный напротив.
(ru) совершенно несходный., contrarie(ru) расположенный напротив.
(ru) совершенно несходный., kontrarie(ru) расположенный напротив.
(ru) совершенно несходный., strijdig(ru) расположенный напротив.
(ru) совершенно несходный.
opposite (bw):
tegenover(en) —.
(de) selten, sonst landschaftlich: schräg gegenüber.
(de) Lokaladverb: auf der anderen (entgegengesetzten) Seite., schuin(de) selten, sonst landschaftlich: schräg gegenüber.
opposite (zn):
tegenovergestelde(en) —.
(en) —.
(de) Wort, welches in entgegengesetzter Bedeutung zu einem andren Wort steht., tegenstander(en) —.
opposite (vz):
tegenover(en) —.
(de) Lokaladverb: auf der anderen (entgegengesetzten) Seite.
(no) rett foran.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com