Vertaling van 'ornament' uit het Engels naar het Nederlands

ornament (zn):
Something used to beautify
aankleding, ornament, paruur, siersel, verfraaiing, versiering, versiersel

ornament (ww):
Make more attractive by adding ornament, colour, etc.
sieren, decoreren, opsieren, opsmukken, optooien, optuigen, tooien, verfraaien, versieren

Via: Ensyns.nl

ornament (ww):
versieren(en) —.
(fr) Orner.
, decoreren(en) —., bereiden(fr) Orner., manoeuvreren(fr) Orner., ontwijken(fr) Orner., opsmukken(fr) Orner., pareren(fr) Orner., zeilklaar maken(fr) Orner., zich mooi maken(fr) Orner.

ornament (zn):
meuk(de) umgangssprachlich: Ansammlung nutzloser Objekte., ornament(de) eine künstlerische oder bauliche Verzierung.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken