practicable (bn):
bruikbaar(en) —.
(en) —.
(de) übertragen: machbar, brauchbar, möglich, praktikabel., hanteerbaar(en) —.
(en) —., werkbaar(en) —.
(en) —., doenbaar(en) —., functioneel(en) —., handig(en) —., nuttig(en) —., toegankelijk(en) —., uitvoerbaar(en) —., mogelijk(de) übertragen: machbar, brauchbar, möglich, praktikabel.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com