puncture (ww):
puncteren(en) —., boren(fr) traverser en faisant un trou, une ouverture., doorboren(fr) traverser en faisant un trou, une ouverture., doorzeven(fr) traverser en faisant un trou, une ouverture., knippen(fr) traverser en faisant un trou, une ouverture., ponsen(fr) traverser en faisant un trou, une ouverture., prikken(fr) Percer, entamer légèrement avec quelque chose de pointu.
puncture (zn):
punctie(es) —.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com
Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.
Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.