shatter (ww):
verbrijzelen(en) —.
(en) —.
(fr) Briser ., aan diggelen slaan(en) —., breken(fr) (Pronominal) Se rompre, se mettre en pièces..
(fr) Rompre, mettre en pièces.., intrappen(fr) Briser ., splinteren(de) meistens intransitiv: in Splitter auseinanderbrechen., vermorzelen(fr) Briser ., verpletteren(fr) Briser .
shatter (zn):
scherf(ru) кусок, образовавшийся в результате дробления какого-либо твёрдого предмета.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com